‘Ze willen me niet.
Ga nou maar weg.
Je bent niet welkom.
Wat ik ook doe, ik ga dat nooit voor elkaar krijgen.
Ik kap ermee.
Het heeft geen zin.’
Deze interne boodschappen voelen als scherpe dolksteken. Ik herken de meedogenloosheid van mijn innerlijke criticus. En tegelijkertijd voel ik snijdende pijn en een diep verdriet.
Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt. Dat mensen in de opleiding waar ik docent ben, kiezen bij wie ze sessies willen volgen en dat de keus, de voorkeur van het grootste deel van de groep niet uit gaat naar mij. Terwijl die plek, dat werk het vlammetje van mijn levensenergie aanwakkert. In dit werk, op deze plek komt alles waar ik waarde aan hecht samen. Er is veel ruimte voor mijn hart, mijn gevoeligheid. Verder hebben liefde en waarheid het aandeel dat ze verdienen. Het voelt alsof geen voorkeur hebben en dit werk niet samen kunnen gaan.
Ik voel dat ik wil onderzoeken in wat er gebeurt. Het keert steeds terug. Het voelt als steeds weer tegen hetzelfde aan botsen. En ik weet dat er altijd iets te ontdekken valt waardoor het kan veranderen.
In een sessie met voice dialogue begin ik met contact maken met mezelf nu. En van daaruit met mijn innerlijke criticus. Hoe hij (het voelt voor mij als een hij) voelt.
Waar bevindt hij zich ten opzichte van mij?
Hoe klinkt hij?
Wat wil hij?
Ik verplaats me naar de plek van mijn innerlijke criticus. Voel hoe ik me daar voel en geef daar woorden aan.
‘Ik ben streng, voel me stug, strak. Toren boven Manja uit. Ik wil haar inkaderen. Zodat er geen onverwachte dingen gebeuren. Ik houd niet van te veel energie. Van uitspattingen. Ik ben heel alert. Houd Manja nauwlettend in de gaten. En haar omgeving ook. Ik ben gefocust op de reactie van haar omgeving op wat ze doet. Straf alles van haar af dat niet ‘goed’ lijkt te worden ontvangen bij anderen.
Daar verandert de sfeer en is contact met een hele kleine Manja. Zij is vlak achter de criticus. Met zijn grote, imposante verschijning beschermt hij het kleine wurmpje achter zich.
Op die positie van de kleine Manja voelt het in elkaar gedoken. Opgerold. En ze is vastbesloten zich niet te openen. ‘Ik ga het niet doen. Je krijgt me niet.’
Op die plek voel ik me ontzettend alleen. Komt er een diepe kreet en tranen. Tussen twee werelden in en van beide voel ik geen support.
Er popt een herinnerIng op aan een andere sessie waarin de Rebalancer zei: ‘Je bent rond en zacht en diep van binnen zit iets stugs. Iets straks. Rigiditeit. Leer dat deel van jou kennen.’
Dit voelt als dat deel.
Dan komen er vraagtekens. ‘Ja maar wacht eens even. Ik ben hier wel. Ik leef. Dat is niet voor niks.’ Langzaam kom ik wat uit mijn opgeroldheid. Mijn lichaam richt zich wat op.
Ik voel de sfeer van waar ik vandaan kom. Daar zijn geen woorden. Het is een sfeer. Geest. Licht. Nu voel ik support. Aanmoediging vanuit die sfeer. Een ‘Toe maar’.
Ik word me bewust van mijn hartgebied. Zachte, stevige pulsaties. De ruimte daar. Golven die zich uitbreiden naar buiten. Dat kom ik hier brengen.
In de gewone wereld, aan de andere kant, voelde ik me daarin niet ontvangen. Niet welkom. Oef. Au. Pijn. Deze kleine kan niet anders dan open en gevoelig zijn. Geen andere tools.
Daar verschijnt de criticus met manieren om de pijn te voorkomen. Inhouden. Sluiten. Scannen. Voorspellen. Vergelijken. Stil worden. Verklaren. Wetmatigheden zoeken en vinden.
Met mijn begeleider keer ik terug naar Manja nu. Door wat ik heb gehoord en gevoeld ervaar ik de criticus nu anders. Meer als een beschermer en dat maakt het zachter. Ik realiseer me ook dat ik niet meer dat kleine wurmpje ben. Ik, Manja nu, overleeft het als ze en als wat er in haar hart pulseert niet wordt ontvangen. Ze heeft eigen grond. Een onverwoestbaar midden. Stevigheid. Bewustzijn. Ze heeft meer tools tot haar beschikking dan het kleine wurmpje.
En daarmee is de bescherming van de criticus niet nodig. Hij is kleiner geworden en milder.
Ik voel een pril begin van mijn stroom de wereld in laten gaan. Ongecensureerd. Me niet meer terughouden of verstoppen. Mezelf toestaan om de passende woorden te vinden.
De angst die daarbij komt kijken is bevroren opwinding en dat ijs is aan het smelten.